PETscan

Hoe wordt er onderzoek met PETscan gedaan?

Via PETscan in Animana verzamelen deelnemende dierenartspraktijken data over voorkomende ziekten en aandoeningen. De gegevens die je vanuit PETscan aan de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht stuurt zijn diersoort, geslacht, ras, gewicht, geboortedatum en de datum van het consult. Het chipnummer van het dier wordt gecodeerd doorgegeven, waarbij alleen de eerste vijf cijfers zichtbaar blijven voor de onderzoekers van de faculteit. De privacy van je klant is hiermee volledig gewaarborgd. Met de eerste vijf cijfers is te zien uit welk land een dier afkomstig is en of het dier een Nederlandse stamboom heeft. Hiermee is het mogelijk om verschillen in de gezondheid tussen honden en katten afkomstig uit Nederland of het buitenland en met of zonder stamboom te onderzoeken. De gegevens worden bewaard in een beveiligde database in beheer bij de Universiteit Utrecht.

Trendanalyse

Met de geregistreerde data uit PETscan doet het Expertisecentrum Genetica Diergeneeskunde trendanalyses. Daarmee wordt bijvoorbeeld inzichtelijk hoe vaak aandoeningen voorkomen per ras in vergelijking met kruisingen. Als een ziekte veel vaker voorkomt bij een specifiek ras, dan is dat een aanwijzing voor een erfelijke aandoening. Om een erfelijke component te bevestigen is vervolgonderzoek nodig. Dankzij PETscan kan het Expertisecentrum prioriteiten stellen bij het doen van onderzoek naar aandoeningen bij honden en katten in Nederland.

Monitoring

PETscan is ook een belangrijk instrument voor de landelijke monitoring van ziekten en aandoeningen. Er kan worden gekeken of er verandering plaatsvindt van het voorkomen van ziekten binnen een populatie, maar ook of er nieuwe ziekten optreden. Als er op basis van aanvullend onderzoek maatregelen genomen zijn in de fokkerij, kan met behulp van de geregistreerde gegevens in PETscan na verloop van tijd onderzocht worden of er verbetering zichtbaar is in de populatie. Ook trends van diagnoses van infectieziekten kunnen worden waargenomen dankzij PETscan.

Screeningsprogramma’s en DNA-onderzoek

Met kennis over het voorkomen van ziekten in een populatie kan het Expertisecentrum Genetica Diergeneeskunde fokkerij-organisaties gericht adviseren en bijvoorbeeld screeningsprogramma’s en DNA-testen ontwikkelen gericht op specifieke erfelijke aandoeningen. Daarmee kan een vroege diagnose worden gesteld, een snellere en betere behandeling worden ingezet en de geboorte van zieke nakomelingen worden voorkomen. Voorbeelden van screeningsprogramma’s zijn de cardioscreening voor Dobermanns en de screening voor slokdarmaandoeningen bij honden.

Onderzoeksresultaten

Een DNA-test is het meest effectieve middel om ziekten bij de nakomelingen te voorkomen. Dankzij de samenwerking van dierenartsen, fokkers en onderzoekers kunnen er met behulp van DNA-testen de beste fokcombinaties gekozen worden om een gezonde raspopulatie te creëren. Voor ruim tien aandoeningen ontwikkelde het Expertisecentrum al een DNA-test, waaronder die voor Von Willebrand ziekte, erfelijke necrotiserende myelopathie en polymyositis bij het Kooikerhondje.